06 maart 2018

Geen onderdeel van een categorie Wijziging WML per 1 januari 2018: recht op minimumloon en vakantietoeslag bij overwerk

Op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (de WML) heeft een werknemer recht op betaling van het minimumloon en ten minste 8% vakantietoeslag. Tot 1 januari 2018 bevatte de WML een uitzondering met betrekking tot overwerk. Ten eerste hoefde de werkgever over gemaakte overuren geen minimumloon te betalen. De werkgever kon dus volstaan met een lagere vergoeding, een vergoeding in de vorm van vrije tijd of ervoor kiezen geen vergoeding te betalen. Ten tweede was geen vakantietoeslag verschuldigd over een eventuele overwerkvergoeding. Uiteraard kon de arbeidsovereenkomst en/of cao anders bepalen.

Minimumloon bij overwerk

Met ingang van 1 januari 2018 is deze uitzondering voor overwerk komen te vervallen. Zodra een werknemer meer uren werkt dan overeengekomen, heeft hij recht op betaling van het minimumloon over deze overuren. Niet relevant is of de werknemer dit overwerk op eigen initiatief verricht of in opdracht van de werkgever. Deze wijziging heeft met name gevolgen voor werkgevers die een salaris betalen dat gelijk is aan het minimumloon of daar net boven ligt. Indien een werknemer overwerk verricht en daarover geen vergoeding ontvangt, kan dit ertoe leiden dat de werknemer gemiddeld per uur een salaris ontvangt dat lager is dan het minimumloon. Dit kan worden voorkomen door de gewerkte uren tijdig te administreren en bij de salarisbetaling na te gaan of de werknemer per uur een salaris ontvangt dat ten minste gelijk is aan het minimumloon. Is dit niet het geval dan zal de werkgever alsnog het minimumloon moeten betalen over de gewerkte overuren.

Bij werkgevers die een salaris (ruim) boven het minimumloon betalen, zal dit niet snel aan de orde zijn. In dat geval hoeft de werkgever dus geen extra vergoeding te betalen over het verrichte overwerk, ervan uitgaande dat ook de arbeidsovereenkomst en/of de cao daartoe geen verplichting bevat. Ook na 1 januari 2018 is het dus mogelijk om in de arbeidsovereenkomst of cao te bepalen dat werknemers geen vergoeding ontvangen voor overwerk.

Tijd-voor-tijd

In de praktijk wordt overwerk veelal gecompenseerd in de vorm van tijd-voor-tijd. Dit blijft mogelijk. Indien de werkgever een vergoeding in de vorm van vrije tijd toekent, heeft de werknemer geen recht op minimumloon over de gewerkte overuren. Wel gelden daarbij de volgende twee voorwaarden.

  1. 1. Partijen moeten vooraf schriftelijk (bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst) overeenkomen dat overwerk in de vorm van vrije tijd wordt gecompenseerd. Dit kan niet nadat het overwerk is verricht. Vanaf 1 januari 2019 kan een compensatie in de vorm van vrije tijd enkel bij cao worden afgesproken.
  2. 2. De werknemer moet de te compenseren uren uiterlijk op 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarin zij zijn opgebouwd opnemen. Indien de werknemer de te compenseren uren niet tijdig opneemt, of de arbeidsovereenkomst voor die tijd wordt beëindigd, moet de werkgever over deze uren alsnog het minimumloon betalen.

 Vakantietoeslag

Een tweede belangrijke wijziging is dat de vergoeding voor overwerk sinds 1 januari 2018 niet langer is uitgezonderd van de vakantietoeslag. Tot 1 januari 2018 bevatte de WML een uitzondering voor verdiensten uit overwerk (overwerktoeslagen- en vergoedingen). Deze verdiensten werden niet als loon gekwalificeerd, zodat werkgevers hierover geen vakantietoeslag hoefden te betalen. Deze uitzondering is met ingang van 1 januari 2018 komen te vervallen. Sindsdien worden verdiensten uit overwerk wel als loon gekwalificeerd en zijn werkgevers hierover wel vakantiebijslag verschuldigd.

Heeft u werknemers in dienst die regelmatig overwerk verrichten zonder dat zij daarvoor een vergoeding ontvangen (in geld of in vrije tijd) en verdienen zij een salaris dat gelijk is aan het minimumloon of daar net boven ligt? Of ontvangen uw werknemers een overwerkvergoeding in de vorm van vrije tijd zonder dat de cao hierin voorziet? Neem dan contact op met Ilse kersten.