03 juli 2017

Geen onderdeel van een categorie De pre-pack: overgang bij doorstart na faillissement?

Het Europese Hof van Justitie heeft op 22 juni 2017 geoordeeld dat werknemers bij een pre-pack constructie automatisch mee overgaan naar de nieuwe organisatie met behoud van alle arbeidsvoorwaarden (overgang van onderneming). Dit is een belangrijke uitspraak, omdat op grond van de Nederlandse wetgeving tot nu toe werd gedacht dat de regels met betrekking tot overgang van onderneming niet van toepassing zijn bij faillissement.

Overgang van onderneming
Bij een overgang van onderneming (OVO) gaan alle aan de onderneming verbonden werknemers met behoud van arbeidsvoorwaarden verplicht mee over naar de verkrijger. Kort gezegd is van een OVO alleen sprake als de transactie erop is gericht dat de verkrijger de bedrijfsactiviteiten voortzet en de overdrager de activiteiten staakt. Op grond van het Nederlands recht is de OVO regeling niet van toepassing bij faillissement. De werknemers gaan na een faillissement dus niet automatisch over naar een doorstartende partij. Hierdoor kan het voor een koper aantrekkelijk zijn om pas na faillissement een onderneming te laten doorstarten.

Pre-pack constructie
Bij een pre-pack wordt voorafgaand aan een faillissement door een ‘stille bewindvoerder’ de overdracht van (een deel van) de onderneming in stilte voorbereid, zodat deze overdracht direct na faillissement kan plaatsvinden. Deze constructie heeft een mogelijke voortzetting van de activiteiten door een derde en – daarmee – behoud van werkgelegenheid voor ogen. De pre-pack heeft dus een hybride karakter: doorstart na faillissement. De vraag is dan of in geval van een pre-pack de bijzondere regels bij faillissement gelden en op deze manier een OVO kan  worden voorkomen. De kantonrechter Almelo heeft deze vraag in de zogenaamde Estro-zaak – het faillissement van een kinderopvangorganisatie, waarin de pre-pack constructie werd toegepast – aan het Europese Hof van Justitie voorgelegd.

Oordeel Europese Hof
Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat op grond van de OVO Richtlijn ook bij een pre-pack sprake kan zijn van een OVO indien de doorstart vóór faillissement door de bewindvoerder is voorbereid en direct daarna plaatsvindt. De werknemers treden dan dus automatisch, met behoud van alle rechten en plichten, bij de doorstartende partij in dienst. Of in een dergelijke situatie sprake is van een OVO, hangt af van het doel van de gevolgde procedure: voorzetting of liquidatie. Als het doel liquidatie is, dan is de OVO Richtlijn niet van toepassing. Als het doel voortzetting van de betrokken onderneming is, is de OVO Richtlijn wel van toepassing. Ondanks het feit dat een pre-pack een hybride karakter heeft, is het Europese Hof in de Estro-zaak van mening dat het behoud van de betrokken onderneming het hoofddoel van deze constructie is, als gevolg waarvan de OVO Richtlijn van toepassing is.

(Grote) gevolgen
Het huidige Nederlandse recht is op dit moment in strijd met de uitleg van het Hof. Het is dan ook de vraag hoe de Nederlandse rechter – zolang de wet niet is aangepast – met de pre-pack constructie moet omgaan. Dit leidt tot grote rechtsonzekerheid voor werkgevers die zich in de toekomst in een dergelijke situatie bevinden. Ook claims ten aanzien van pre-pack constructies die in het verleden hebben plaatsgevonden zijn niet uit te sluiten.

De pre-pack kan dus niet langer worden gebruikt om op eenvoudige wijze afscheid van medewerkers te nemen. Verder is onduidelijk wat de gevolgen van deze uitspraak zullen zijn voor een gewone doorstart. Met andere woorden: de uitspraak van het Europese Hof roept veel vragen op, die op dit moment nog niet te beantwoorden  zijn. Uiteraard zullen wij u van de ontwikkelingen op de hoogte houden.

Wetsvoorstel continuïteit onderneming (WCOI)
Op dit moment is een wetsvoorstel aanhangig waarmee de pre-pack een wettelijke basis krijgt. Het ligt voor de hand dat bedrijven in afwachting van deze nieuwe wetgeving eerder ‘gewoon’ failliet zullen gaan, met alle nadelige gevolgen daarvan voor de werkgelegenheid. Of de werknemers dus werkelijk zullen profiteren van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie is voorlopig dus maar de vraag.

Voor vragen over overgang van onderneming en de rechten van werknemers kunt u contact opnemen met Yvette Dissel.